Je tekent of schildert graag gebouwen, landschappen of stillevens. Maar soms lijkt er iets mis: de torenspits staat scheef, de boom in de verte lijkt wel 100 meter hoog, het glas schuift van de tafel,…
In deze lessenreeks voor de tekenaar met een beetje (of wat meer) ervaring, herhalen we eerst de algemene begrippen van het perspectieftekenen zoals horizon, ooghoogte en vluchtlijnen. Ook moeilijkere onderwerpen kunnen besproken worden, zoals meetkundige verkortingen, het weergeven van cirkels en het bepalen van schaduwen. Je krijgt tips om meer diepte te creëren en met behulp van bordschetsen tracht Marc antwoord te geven op je vragen over perspectief.
Er kan getekend worden naar rechtstreekse waarneming, naar een foto of vanuit je verbeelding. Kies zelf je techniek (potloden, stiften, pen, pastel) en je werkwijze (met de lat of losse hand).
Op het einde van de les krijg je opdrachten om thuis rustig aan te werken.
meebrengen: tekenpapier formaat A3 (297-420 mm) of iets kleiner (270-360 mm), A4 schetspapier (liefst geruit), tekenkaft, lange doorzichtige lat (minimum 40cm), grote doorzichtige tekendriehoek, geo-driehoekje, vlakgom, hard (vul)potlood zoals potlood H (=nr 3) voor het tekenen met lat en driehoek, een zachter potlood zoals potlood 2 B (=nr 0) voor het schetsen en schaduwen
Breng eventueel ook al eerder gemaakte perspectieftekeningen mee om te tonen aan de lesgever.