1755, Denemarken. Kapitein Ludvig Kahlen heeft zichzelf als doel gesteld de ongetemde Deense heide leefbaar te maken om er in naam van de koning een kolonie te bouwen. In ruil verwacht hij een koninklijke titel met bijbehorende eer en rijkdom. Kahlen heeft er echter al snel een vijand bij. Volgens de meedogenloze landeigenaar Frederik De Schinkel is het stuk grond namelijk al in zijn bezit. Wanneer De Schinkel ontdekt dat twee van zijn arbeiders zijn ontsnapt om zich bij Kahlen aan te sluiten, zweert hij wraak. Kahlen laat zich niet intimideren en gaat de strijd aan, waarbij hij zowel zijn eigen leven als dat van zijn opkomende gemeenschap op het spel zet.