“De” Charel: toffe gek, bizarre mens maar doorgaans goedlachs. Verbaal sterk, wel absurd en steeds op zoek naar een publiek om te tonen wat hij (niet) kan.
Nu, in z’n nieuwe voorstelling, is hij voor het eerst moedig genoeg om z’n faalangst met het publiek te delen. Bang om af te gaan, bevreesd voor mislukking, beducht om z’n publiek niet meer blij te kunnen maken, ongerust om zoals steeds alleen maar nu zonder de herinnering aan een tevreden en lachend publiek achter te blijven.
Het tonen van jonglerie, goochelarij , muziek, rijmelarij, stunts, … het lange leven van de Charel. Een verhaal over bang zijn en experimenteren met stilstaan, voelen en gewaarworden sluipt binnen. Over angstig zijn en hoe dit bij spelen/leven hoort. Over hoe de angst vanbinnen kapot maakt maar niet spelen/leven stilletjes doet sterven. Over hoe niet met en niet zonder kunnen, de patstelling; de zoektocht naar een oplossing en de (absurde) clowneske zijsprongen die worden gemaakt.
De pogingen tot stilstaan door een hyperactief typetje en de confrontatie met zichzelf.